Grondleggers

Grondleggers

Het idee van de Karelsprijs ontstond in de „Corona Legentium Aquensis”, een leesgroep die door Kurt Pfeiffer in 1946 werd opgericht. Deze groep diende als discussieforum voor de gegoede Akense burgerij. De groep organiseerde tentoonstellingen en nodigde politici, wetenschappers en kunstenaars afkomstig uit heel Europa uit om voordrachten te houden in Aken.

In een voordracht schetste Pfeiffer de situatie van de beginnende Koude Oorlog en waarschuwde hij voor de effecten daarvan op de jonge Bondsrepubliek Duitland. In navolging van de Britse geschiedenisfilosoof Arnold J. Toynbee riep hij alle West-Europeanen op de verantwoordelijkheid voor de Europese eenwording en in het bijzonder de vreedzame oplossing voor politieke conflicten zelf in de hand te nemen. De voorgestelde internationale prijs zou met name het idee van Europa publiekelijk bekend maken. In feite bespak Pfeiffer alle kenmerken van de latere Karelsprijs, hoewel hij als uitreikingdatum niet Hemelvaartsdag, maar het symbolische 1 mei voorstelde.

Pfeiffer kreeg steun van de belangrijkste vertegenwoordigers uit het politieke, culturele, economische en academische leven van de stad. In de proclamatie van kerst 1949, het oprichtingsdocument van de prijs, herinneren zij aan de verplichting van de stad Aken om door haar grenslocatie tussen volken te bemiddelen en „nationale bekrompenheid“ te overwinnen. Met de naam van Karel de Grote vond ook het idee van een christelijk Avondland zijn weg in de proclamatie: symbolisch terugverwijzend naar het Karolingische rijk als voorbeeld van uniformiteit in bestuur, cultuur, religie, wetgeving en geschrift, maar ook als voorbeeld voor de toekomst van een economisch en politiek verenigd Europa. De proclamatie is daarmee een document van zijn tijd – doordrenkt van een anticommunistisch beeld van Europa met een sterke katholieke stempel.

European Charlemagne Youth Prize