Toekenning van de Internationale Karelsprijs van Aken aan de EURO - met steun van de Europese Centrale Bank
I. De Internationale Karelsprijs van Aken wordt volgens de wil van de initiatiefnemers toegekend voor een buitengewone bijdrage in dienst van het Europese begrip en gemeenschapswerk, de menselijkheid en de wereldvrede. De prijs eert de bevordering van een verenigd Europa op politiek, economisch en intellectueel-cultureel gebied. De nieuwe munteenheid, de euro, zal de identificatie met Europa bevorderen als geen andere integratiestap hiervoor. De EURO levert zo een beslissende, baanbrekende bijdrage aan het naar elkaar toegroeien van de familie der naties. De toekenning van de Internationale Karelsprijs van Aken aan de EURO - ondersteund door de Europese Centrale Bank - eert ook de verdiensten van al die persoonlijkheden die ondanks veel weerstand vasthielden aan de visie van een gemeenschappelijke munt voor een verenigd Europa en deze verwezenlijkten. Met de EURO eert de Raad van Beheer van de Karelsprijs een maatregel die een stabiliserend effect heeft op de Gemeenschap, een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ondersteunt en de basis vormt voor een gecoördineerd economisch en sociaal beleid, evenals voor andere politieke terreinen van de Gemeenschap. Met de invoering van de euro wordt dus een nieuwe fase in het Europese eenmakingsproces ingeluid.
II. De langste periode van vrede in onze geschiedenis hebben we te danken aan de Europese integratie. Dat oorlog en dictatuur, totalitaire ideologieën en verdeeldheid op het Europese continent zijn overwonnen, dat vrede, vrijheid, begrip en verzoening hebben gezegevierd, kan verschillende oorzaken hebben. Zonder de centrale rol van het idee van Europese eenwording zou deze positieve ontwikkeling echter niet hebben plaatsgevonden. Een essentiële bouwsteen voor dit Verenigde Europa is de Europese Economische en Monetaire Unie. Ons continent - met zoveel volkeren en naties, talen en culturen - groeit dichter naar elkaar toe dan ooit tevoren. En deze integratie heeft plaatsgevonden uit vrije wil, in vrede en vrijheid - een zeldzaam moment in de duizenden jaren oude geschiedenis van Europa. Toen de monetaire unie meer dan tien jaar geleden werd gelanceerd, dachten velen dat het een illusie was. Het Verdrag van Maastricht en de oprichting van de Europese Centrale Bank op 1 juni 1998 hebben echter aangetoond dat de gezamenlijke inspanningen van de tweede helft van de 20e eeuw hun vruchten hebben afgeworpen. De grote visionairs bleken aan het eind van de eeuw de realisten te zijn. Geen enkele integratiestap sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen heeft zo'n grote invloed gehad op het leven van de mensen als de euro uiterlijk begin 2002 zal hebben. Wanneer mensen in de Algarve en in Dublin, in Bretagne en in Burgenland, in Lapland en op Sicilië - om maar een paar regio's te noemen - in dezelfde valuta betalen, zullen ze Europa letterlijk als contant geld in hun zakken dragen, zullen ze letterlijk met hun handen kunnen voelen dat Europa een zich ontwikkelende gemeenschap is en dat de euro daar een symbool van is. De EURO is de meest overtuigende, pragmatische oplossing op weg naar Europese eenheid sinds meer dan 1200 jaar. Met de toekenning van de Internationale Karelsprijs in 2002 geven wij eer aan de overtuiging dat de euro een geheel nieuw gevoel van saamhorigheid binnen de Unie zal doen ontstaan. In de loop van de geschiedenis zijn munteenheden altijd meer geweest dan alleen een betaalmiddel; ze zijn altijd een stuk gemeenschappelijke identiteit en cultuur geweest en een maatstaf voor politieke, economische en sociale stabiliteit. En: stabiliteit is niet alles, maar zonder stabiliteit is alles niets. Om een realistisch beeld te krijgen van de historische dimensie van de uitdaging, is het misschien voldoende om erop te wijzen dat sinds de ondertekening van het Verdrag van Rome en het begin van de Europese Gemeenschap, het doel altijd is geweest om de gemeenschappelijke markt te bekronen met een gemeenschappelijk betaalmiddel, met een economische en monetaire unie. Het eenwordingsproces is echter verre van eenvoudig geweest. Veel initiatieven waren niet echt in staat om de integratie vooruit te helpen. Dit geldt voor het actieprogramma dat de EEG-Commissie in de jaren zestig ontwikkelde voor de tweede fase van de douane-unie, evenals voor de plannen op basis van het rapport-Werner in 1970, toen werd geprobeerd meer stabiliteit te bereiken in het licht van de ineenstorting van het vaste wisselkoerssysteem van Bretton Woods. Er werd vervolgens serieuze vooruitgang geboekt toen het Europees Monetair Stelsel in 1979 van kracht werd, met een zone van toenemende monetaire stabiliteit. De invoering van de euro, 13 jaar later overeengekomen in het Verdrag van Maastricht, is een van Europa's belangrijkste antwoorden op de globalisering van de wereldeconomie en de steeds grotere wereldwijde concurrentie tussen nationale economieën. De monetaire unie vergroot de prijstransparantie en elimineert wisselkoersrisico's tussen de deelnemende landen. Dit betekent: meer planningszekerheid; nieuwe ondernemerskansen; de ontwikkeling van langdurige zakelijke relaties die niet onderhevig zijn aan de schommelingen van de valutamarkten; en tot slot: een grote en efficiënte Europese financiële markt met een EU-brede winst aan sociale en economische zekerheid. De euro is echter niet alleen een waarde-eenheid, maar eerder een waardemeter, en bovenal heeft de euro een identiteitsvormend, misschien zelfs vredesopbouwend effect. En iedereen die in de toekomst van Frankrijk naar Griekenland, van Oostenrijk naar Finland, van Luxemburg naar Portugal, van België naar Ierland, van Spanje naar Nederland en van Duitsland naar Italië reist, zal dankzij de euro een “stukje thuis” over de nationale grenzen heen ervaren. De Europese Centrale Bank en haar president Wim Duisenberg, die op 9 mei 2002 in Aken namens de euro de Internationale Karelsprijs in ontvangst zal nemen, staan symbool voor de eenheidsmunt en waken over de stabiliteit ervan.
III. met de toekenning van de Internationale Karelsprijs van Aken in 2002 hoopt en verwacht de Raad van Beheer van de Karelsprijs dat de gemeenschappelijke munt de volkeren van ons continent nog dichter bij elkaar zal brengen, dat de identiteits- en vredesopbouwende werking van de EURO ook een nog sterkere aantrekkingskracht zal uitoefenen op de staten en naties die de gemeenschappelijke munt nog niet hebben ingevoerd en op de staten en naties die nog niet tot de Gemeenschap behoren, en dat de onomkeerbare monetaire unie een beslissende motor zal zijn voor de voltooiing van de politieke unie.